Ik ga niet een rasbeschrijving geven, die is in de standaard opgenomen en overal te vinden. De standaard geeft een beschrijving waar keurmeesters zich aan houden.
Daarom vind ik tentoonstellingen belangrijk. Daar worden je dieren meestal door een deskundige gekeurd.
Al ben je het soms niet helemaal eens met de beoordeling een goede keurmeester geeft de tekortkomingen wel aan en daar kun je dan eventueel wat aan doen.
Ik selecteer scherp op fouten in bouw en type. De laatste jaren vooral op een mooie ronde achterhand. Dus niet van die smalle dijen erbij maar in totaliteit mooi rond.
Verder let ik ook steeds meer op de vitaliteit van de dieren. Komen ze gemakkelijk door de verharing. Op dit moment heb ik nog enkele dieren die moeilijk doorharen. Ze zijn de hele herfst en winter in de verharing. Voor shows bijna niet klaar te krijgen.
De lange voorbenen heb ik kunnen verbeteren door selectie. Nu nog dikke stevige poten er onder zien te krijgen. Bij mij lukt dat beter dan bij de rammen. Maar dit jaar gaat het gebeuren. E.e.a wel zonder de goede eigenschappen kwijt te raken.
Heeft een dier meer dan 3 onderdelen wat verbeterd kan worden dan doe ik die weg. 1 of 2 onderdelen mogen verbeteronderdelen zijn.
Alle fokdieren hebben dus verschillende ‘f’ onderdelen. De uitdaging is dan ook om zelf ‘f’ dieren te fokken. En daaruit weer ‘f’ dieren.
Dat is best een moeilijke klus. Daarom heb ik wat meer hokken gemaakt.
Al met al is het fokken van mooie en aaibare Vlaamse reuzen een uitdaging waar ik veel plezier aan beleef.
Soms breek ik wel eens met alle goede voornemens en gaat het anders dan hierboven beschreven.